Geschiedenis

De Vincentiusvereniging Den Haag, oorspronkelijk de Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo, is actief sinds 1846. De heren W.J. de Haan, P.J.W. Vetter, L. van Luunen en J.M. Voorst. richten op 10 februari 1864 de eerste conferentie in de Oude Molstraat te Den Haag op. Op 4 maart schrijven zij deze conferentie onder de naam “Onze lieve vrouw” in bij de Algemene Raad van de Vincentiusvereniging in Parijs.
Vanuit Den Haag bereidt de vereniging via Delft, Leiden en Vlaardingen zich snel uit en besluit de Algemene Raad over te gaan tot het stichten van een nieuw orgaan. Dit is het verenigingspunt voor de verschillende conferenties in het land. Het orgaan wordt Provincialen Raad (later Raad van Nederland en in 1930 Hoofdraad) genoemd. Deze blijft gevestigd te Den Haag. De Hoofdraad te 's-Gravenhage wordt door de Algemene Raad bij de internationale vereniging 'ingelijfd' op 2 november 1846. Deze datum is als oprichtingsdatum gekozen.

 

Sinds 1861 is het voormalig landgoed Swanesteyn aan het Westeinde te Den Haag het toneel van de Vincentiusvereniging. De leden van de vereniging komen erachter dat structurele problemen in de maatschappij liggen aan de oorsprong van de armoede. Dit leidt tot een grote diversiteit aan activiteiten. Zo bereidt de vereniging haar activiteiten uit met het verschaffen van onderwijs aan kinderen van armen en worden de tuinen van het landgoed langzaam volgebouwd met scholen. Daarnaast wordt hulp verschaft door het stichten van een bibliotheek, een spijskokerij en een kledingmagazijn.

 

De geschiedenis vertelt aan de hand van banieren van de hand van Marry Remery-Voskuil  (schrijfster van het boek "150 jaar Broeders van Maastricht en de Vincentiusscholen in Den Haag", 2011):

 

Banier 1: Indroductie 150 jaar Stadklooster

 

Banier 2: Katholieken en armenonderwijs

 

Banier 3: Het Westeinde, van oudsher een katholieke buurt

 

Banier 4: Vincentiusvereniging, oprichting in 1846

 

Banier 5: 1e Armenschool, 1849 op de zolder van een paardenstal

 

Banier 6: Broeders uit Maastricht, vanaf 1849 in Den Haag

 

Banier 7: Groei 1869-1915: Vincentiusscholen in de stadsuitbreidingen

 

Banier 8: Pioniers in didactiek

 

Banier 9: Idealen: religieuze opvoeding in school en gezin

 

Banier 10: Opleiding van onderwijzers

 

Banier 11: Cultuur: feesten, boeken, muziek, sport en toneel

 

Banier 12: Krimp: broeders op de terugtocht, nieuwe besturen

 

Banier 13: De Carolusschool in 2011

 

Banier 14: Het verhaal gaat door....

 

Banier 15: Colofon

 

 

 

 

 

 

Frederic Ozanam

Frederic Ozanam

De naam van de Vincentiusvereniging heeft haar bestaansrecht vanuit de geschiedenis van de Fransman Frederic Ozanam (1813-1853). De zaligverklaarde advocaat komt op twintig jarige leeftijd, in zijn studententijd, samen met een vijftal medestudenten tot de conclusie dat praten alleen de wereld niet verbetert. Samen vormen zij de missie om de behoeftige medemens te voorzien van steun en hulp. In 1833 sticht de groep de ‘Conference of Charity’. Twee jaar later besluiten zeven deelnemers van deze conference hun filosofie in de praktijk te brengen. Ze bezoeken in armoede verkerende gezinnen, gaan op zoek naar hulpbehoevende zieken en bejaarden en helpen waar nodig, zowel in de steden als op het platteland. Zij noemen zichzelf de ‘Society of St. Vincent de Paul’ , naar het patroon van hun vereniging “St. Vincent de Paul”.  Al spoedig komen er meer mensen bij en kan de hulp op grotere schaal worden georganiseerd. De basis voor de Vincentiusvereniging is gelegd.

 

St. Vincent de Paul

Vincentius a Paulo

Vincentius a Paulo had een passie voor de armen. Hij was een genie met betrekking tot netwerken. Hij hield zich bezig met het organiseren van anderen om te voldoen aan alle behoeften van degenen in de onderste klassen van de samenleving, zowel materieël als spiritueel. St. Vincent de Paul (1581-1660) was niet alleen de stichter van de Vereniging van de Missie (Vincentianen) maar ook de Dochters van Liefde, de Broederschappen van Liefde en Dames van Liefde (1617). Een man van enorme creativiteit, hij stond bekend als de "vader van de armen" en "Universal Patron of Charity".

 

In 1626 beloofde Vincent, in zijn eigen woorden: "Kom samen en associeer met onszelf en met het bovengenoemde werk, om samen te leven als een Vereniging en ons te wijden aan de redding van de arme plattelandsbewoners."

 

De vereniging van de missie was geboren. Vincents werk kenmerkte zich door zijn grappigheid, gepassioneerdheid en openhartigheid. Hij bezat een buitengewoon vermogen om met allerlei mensen in contact te komen en hen met liefdadigheid tot leven te brengen. Zo organiseerde Vincent zijn drie originele metgezellen en begonnen zij les te geven in heel Frankrijk. De missie verspreidde zich al snel over de hele wereld.